⎯⎯⎯    BIO2CLEAN      ⎯⎯⎯

Projecten & Referenties

❈ ❈ ❈

Life

LIFE PROJECT

PFASTER: Naar een duurzame aanpak van PFAS-verontreiniging in Vlaanderen

Het LIFE PFASTER-project, ondersteund door de Europese Unie, zet een innovatieve stap richting een duurzame en natuurgebaseerde aanpak van PFAS-verontreiniging. Dit grootschalige initiatief richt zich op de voormalige papierfabrieksite in Willebroek, waar in 2021 hoge concentraties PFAS werden aangetroffen. Het project brengt elf partners samen, waaronder bio2clean, om onderzoek en praktijkoplossingen te combineren in de strijd tegen PFAS.

PFASTER

Bio2clean’s bijdrage: Innovatieve remediatieoplossingen

Bio2clean speelt een sleutelrol in het project door natuurgebaseerde technieken te testen en toe te passen. Het bedrijf richt zich op fytoremediatie, waarbij planten zoals wilgen, riet en populieren worden ingezet om PFAS uit bodem en water te verwijderen. Deze technieken worden ondersteund door het gebruik van micro-organismen en schimmels, die de afbraak van PFAS in de wortelzone stimuleren. Bio2clean onderzoekt meerdere processen, waaronder fytoextractie (het opnemen van PFAS door planten) en rhizodegradatie (de afbraak in de wortelomgeving), en test innovatieve combinaties van fytoremediatie en mycoremediatie (met Novobiom), waarbij schimmels ook de plantengroei bevorderen.

Daarnaast werkt bio2clean aan de ontwikkeling van drijvende planteneilanden (‘floating wetlands’) om PFAS en nutriënten uit oppervlaktewater te verwijderen. Hiervoor worden diverse plantensoorten, zoals gele lis en riet, getest op hun opnamecapaciteit. Door nauwkeurig de concentraties van PFAS in planten en bodem te meten, ontwikkelt bio2clean schaalbare en reproduceerbare technieken die ook in andere regio’s kunnen worden toegepast.

Samenwerking tussen partners

Het project wordt geleid door de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) en uitgevoerd in samenwerking met een diverse groep van partners: de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), VITO, KU Leuven, Universiteit Antwerpen, Provincie Antwerpen, Novobiom, Envisan, TAUW en bio2clean. Deze multidisciplinaire samenwerking combineert expertise in beleid, wetenschap, technologie en praktische oplossingen voor PFAS-verontreiniging.

Innovatie en samenwerking voor een gezonde toekomst

LIFE PFASTER focust op duurzame saneringstechnieken, waaronder schimmels en micro-organismen, natuurlijke filters en in situ-oplossingen. Alle ervaringen worden gebundeld in een gebiedsgerichte aanpak voor Willebroek en het natuurgebied Broek de Naeyer, met het doel om de opgedane kennis ook in andere PFAS-problematische regio’s in Vlaanderen en Europa in te zetten.

Het project, dat in het najaar van 2024 van start is gegaan, wordt mede mogelijk gemaakt door een budget van ruim 4,3 miljoen euro, waarvan 60% afkomstig is van Europese cofinanciering. LIFE PFASTER is een cruciale stap richting een gezondere en meer biodiverse toekomst.

Neem contact op met ons team voor meer informatie of om samen te werken aan natuurgebaseerde oplossingen.

Life

LIFE PROJECT

NARMENA

In het LIFE-project NARMENA zoeken zeven partners naar oplossingen voor historische metaalverontreiniging in waterbodems.  Ze testen twee types niet-invasieve, natuurgebaseerde saneringsmethoden uit, waarbij ze de bodemsanering afstemmen op natuurbehoud en waterberging. 

 

Eén van de methodes is bacterie geassisteerde fytoremediatie.  Deze methode testen we op de oevers en de overstromingsgronden van de Grote Calie in het natuurgebied Winkelsbroek en op een aanpalende landbouwgrond.

 

Het Winkelsbroek omvat 24 ha met moerascomplexen die deel uitmaken van het Natura2000 beschermd habitatrichtlijngebied ‘Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen’.

 

De Grote Calie, een zijbeek van de Aa, is deels verontreinigd met Chroom.  De hoogste concentraties worden aangetroffen in de waterbodem van de beek.  Het Chroom komt ook voor in oeverbodems en soms in beperkte mate (vooral beperkt tot 5m van de oever) in de bodems van naastgelegen overstromingsgebieden.

Secundair worden ook nutriëntconcentraties, voornamelijk fosfor, meegenomen in het fytoremediatieproject.  

Het is de bedoeling om planten de verontreiniging te laten opnemen, te fixeren en/of af te breken.  We kiezen hierbij voor planten die niet invasief zijn en geen negatieve invloed hebben op de inheemse flora en fauna.

Indien nodig voegen we plant geassocieerde bacteriën toe die beschikken over de gepaste mechanismen om de verontreinigende stoffen af te breken of te fixeren.  Dit helpt ook om de toxiciteit van de verontreiniging voor de planten te verminderen.

Specifiek passen we in LIFE NARMENA fytostabilisatie toe van de chroomverontreiniging.  Hierbij gaan planten en hun micro-organismen de verontreinigende stoffen in de bodem, de wortelzone of de wortels zelf stabiliseren of vastzetten.  We trachten hierbij de opname in de bovengrondse plantendelen zo laag mogelijk te houden.

Op die manier worden de metalen gefixeerd en zijn ze niet meer mobiel en biobeschikbaar.

Interreg project Vlaanderen Nederland

RESANAT 

In RESANAT werken bio2clean en zes  bedrijven uit Nederland en Vlaanderen samen met kennisinstelling Deltares en de Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij (OVAM) om de herontwikkeling van verontreinigde locaties in Nederland en Vlaanderen te stimuleren. 

Conventionele sanerings- en beheerstechnieken zijn kostbaar, energie-intensief, langdurig en vergen dikwijls veel grondwater. RESANAT zet in op innovatie van nature-based saneringstechnieken, waarbij planten, micro-organismen, natuurlijke materialen, en wind- en zonne-energie worden ingezet om restverontreiniging te beheersen.

Duizenden locaties in Vlaanderen en Nederland die nog met (rest)verontreiniging kampen, zouden dankzij deze vernieuwende technieken op termijn opnieuw duurzaam inzetbaar kunnen worden.

ROESELAERE

Pilootproef fytoremediatie van organische stoffen 

In opdracht van de OVAM voert bio2clean samen met erkend bodemsaneringsdeskundige A+E Consult  een pilootproef uit voor het saneren van een met organische stoffen verontreinigd terrein in Roeselare.

Het doel van deze pilootproef bestaat uit het genereren en verspreiden van nieuwe kennis en praktische ervaring met fytoremediatie, en het evalueren van de code van goede praktijk voor fytoremediatie aan de hand van een concrete case.

Tijdens deze veldproef worden methodes getest voor de bepaling van het afbraakpotentieel, de selectie van geschikte bacterieconsortia voor inoculatie, het uitvoeren van inoculatie en de monitoring van een eventuele vervluchtiging van verontreinigende stoffen via de bladeren.

Het verspreiden van de opgedane kennis en ervaring maakt integraal deel uit van deze opdracht.

Fytoremediatie Code van goede praktijk

OVAM

Opmaak code van goede praktijk voor fytoremediatie

In 2017/2018 werd in opdracht van de OVAM een code van goede praktijk voor fytoremediatie opgesteld door een consortium bestaande uit UHasselt, bio2clean,  Arcadis en Witteveen&Bos.

De code van goede praktijk geeft richtlijnen voor de uitvoering van bodemsanering door fytoremediatie en omvat een gedetailleerde beschrijving van de techniek waarbij de verschillende vormen van fytoremediatie worden toegelicht: fytostabilisatie, fyto-extractie, fytovolatilisatie, fytodegradatie, fytohydraulica, rhizodegradatie.

Vervolgens zijn er procedures opgenomen voor het haalbaarheidsonderzoek, voor het ontwerp, de inrichting, het beheer en de monitoring en voor het het stopzetten en de nazorg van een project.

TERREINEN FORD GENK

Fytoremediatie van BTEX verontreiniging - Ford Genk

Vlakbij de FORD fabrieken te Genk, werd eind jaren ’90 vastgesteld dat BTEX (benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen), olie en zware metalen in het grondwater terechtgekomen waren door lekkages van ondergrondse opslagtanken.

In eerste instantie werden de lekkende tanken uit dienst genomen en werd het bestaande tankenpark volledig vernieuwd conform de VLAREM-richtlijnen om bijkomende vervuiling te voorkomen. Vervolgens werd prioriteit gegeven aan het beperken van verdere verspreiding van de vervuiling, hetgeen vooral van belang was in geval van BTEX, dat zeer wateroplosbaar is. Hiervoor werd, naast ‘air stripping’ (vanaf 2002), ‘pump and treat’ (vanaf 2003) en natuurlijke attenuatie in de bronzone, fytoremediatie geïncorporeerd in het bodemsaneringsproject (BSP).

______________

Meer informatie betreffende deze case vindt u in onderstaande publicatie: Barac T, Weyens N, Oeyen L, Taghavi S, van der Lelie D, Dubin D, Spliet M, Vangronsveld J (2009) Application of poplar and its associated microorganisms for the in situ remediation of a BTEX contaminated groundwater plume. International Journal of Phytoremediation, 11: 416-424

monitoring vervluchtiging door de bladeren

Bacterie geassisteerde fytoremediatie van TCE

Op de betreffende site (locatie confidentieel) werd een grondwaterverontreiniging van trichloorethyleen (TCE) vastgesteld. Zeer opmerkelijk bleken de concentraties aan TCE onder een nabij gelegen natuurlijk aanwezig bos zeer sterk te dalen (tot nagenoeg nul waarden). In een eerste verkennend onderzoek werd getest of deze daling in TCE gerelateerd kon worden aan TCE afbraak door de bomen en hun geassocieerde micro-organismen. Er werd echter vastgesteld dat de afbraak van TCE beperkt bleef tot slechts 3% van de bacteriële populatie waardoor een significant deel van de vervuiling van het grondwater naar de lucht verplaatst werd.

Aanplanting populieren

Daarom werden op deze site populieren aangeplant die voorzien werden van een drainagesysteem waarlangs bepaalde bacteriestammen kunnen geïntroduceerd en aangerijkt worden. In dit geval was deze bacteriestam een natuurlijke wortelendofyt (bacterie die leeft in de wortel) van populier die over de nodige genen beschikt voor het afbreken van TCE.

Bacteriële conjugatie

Deze bacterie werd tot stand gebracht op een volledig natuurlijke wijze, via bacteriële conjugatie. Hierbij worden de endofytische bacteriën samen gezet met een bacteriestam die in staat is om de verontreiniging, in dit geval TCE, af te breken tot ‘neutrale’ componenten (veelal CO2 en water). Vervolgens worden de ‘nakomelingen’ met de juiste eigenschappen uitgeselecteerd. Dit maakt van deze bacteriën goedkope en eenvoudige ‘handlangers’ voor sanering van verontreinigde bodems en (grond)water.

Centrum voor Milieukunde

Centrum voor Milieukunde

Fytoremediatie gerelateerd onderzoek aan het CMK

Het CMK (Centrum voor Milieukunde) is een multidisciplinair onderzoekinstituut waarin meer dan 100 biologen, chemici, economen en juristen dagelijks milieu-gerelateerde aspecten, zowel fundamenteel als toegepast, onderzoeken. De complexiteit van de milieuproblematiek vereist een multidisciplinaire aanpak: zes onderzoeksgroepen uit verschillende domeinen vullen elkaars expertise aan. Het milieuonderzoek van de verschillende CMK-onderzoeksgroepen concentreert zich in 3 discipline-overschrijdende kerndomeinen:

  1. de effecten van stress op organismen;
  2. duurzame en propere technologieën (waaronder fytoremediatie);
  3. biodiversiteit, ecosysteemdiensten en klimaatsveranderingen

In het onderzoek naar fytoremediatie en meer specifiek de rol van plant-geassocieerde bacteriën bij sanering van verontreinigde bodems en grondwater door planten, kan het CMK beschouwd worden als pionier.