⎯⎯⎯    BIO2CLEAN      ⎯⎯⎯

Projecten & Referenties

❈ ❈ ❈

NARMENA

LIFE project

Inleiding

In het LIFE-project NARMENA zoeken zeven partners naar oplossingen voor historische metaalverontreiniging in waterbodems.  Ze testen twee types niet-invasieve, natuurgebaseerde saneringsmethoden uit, waarbij ze de bodemsanering afstemmen op natuurbehoud en waterberging. 

 

Eén van de methodes is bacterie geassisteerde fytoremediatie.  Deze methode wordt getest op de oevers en de overstromingsgronden van de Grote Calie in het natuurgebied Winkelsbroek.

 

Het Winkelsbroek omvat 24 ha met moerascomplexen die deel uitmaken van het Natura2000 beschermd habitatrichtlijngebied ‘Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen’.  Het bestaat vooral uit een mix van bossen, heidelandschappen en beekvalleien.  Veel vijvers werden gebruikt om te vissen of voor de turfwinning.

Het Winkelsbroek wordt beheerd door Natuurpunt met steun van de stad Turnhout.

 

De Grote Calie, een zijbeek van de Aa, is deels verontreinigd met Chroom.  De hoogste concentraties worden aangetroffen in de waterbodem van de beek.  Het Chroom komt ook voor in oeverbodems en soms in beperkte mate (vooral beperkt tot 5m van de oever) in de bodems van naastgelegen overstromingsgebieden.

 

Secundair worden ook nutriëntconcentraties, voornamelijk fosfor, meegenomen in het fytoremediatieproject.  De vastgestelde concentraties aan nutriënten zijn niet schadelijk voor de mens maar zorgen wel voor eutrofiëring en kunnen op die manier de flora en fauna verstoren binnen de beoogde habitats in het Winkelsbroek.

De Grote Calie

In het onderzoeksgebied van de Grote Calie voorziet LIFE NARMENA twee natuurgebaseerde saneringstechnieken:

    • micro-organismen geassisteerde fytoremediatie en
    • een ‘Constructed wetland’.

Naast de pilootproeven van beide technieken  zijn ook de sanering van een natuurlijke turfput in het Winkelsbroek en de uitbreiding van broekbos op voormalige landbouwgrond gepland.

 

Het NARMENA-project ontvangt steun van het LIFE-programma van de Europese Unie.

Tagline

Pilootproef: micro-organismen geassisteerde fytoremediatie

Bij fytoremediatie is het de bedoeling om planten in te zetten om de verontreiniging te laten opnemen, te fixeren en/of af te breken.  We kiezen hierbij voor planten die niet invasief zijn en geen negatieve invloed hebben op de inheemse flora en fauna.

Indien nodig voegen we plant geassocieerde micro-organismen toe die beschikken over de gepaste mechanismen om de verontreinigende stoffen af te breken of te fixeren.  Dit helpt ook om de toxiciteit van de verontreiniging voor de planten te verminderen.

Specifiek in LIFE NARMENA passen we micro-organismen geassisteerde fytostabilisatie van de chroomverontreiniging toe.  De planten en hun geassocieerde micro-organismen gaan dan de verontreinigende stoffen in de bodem, de wortelzone of de wortels zelf stabiliseren of vastzetten.  Hierbij trachten we de opname in de bovengrondse plantendelen zo laag mogelijk te houden.

Op die manier worden de metalen gefixeerd en zijn ze niet meer mobiel en biobeschikbaar.

fytoremediatie

Pilootzones fytoremediatie

We voorzien de aanleg van twee pilootzones, een fytoremediatiezone op voormalige landbouwgrond en een fytoremediatiezone in het natuurgebied.  Beide zones werden geselecteerd op basis van een ruime screening en worden gekenmerkt door specifieke randvoorwaarden die de selectie van planten en bacteriën kunnen beïnvloeden.

 

LIFE NARMENA

Voor een volledig overzicht van het LIFE NARMENA project verwijzen we naar de website van de OVAM (www.ovam.be/life-narmena). 

Zo wordt onder andere in een derde pilootgebied stroomopwaarts van het Winkelsbroek een constructed wetland aangelegd, een kunstmatig aangelegde overstromingszone (ca. 1 ha) waarin water op een natuurlijke wijze wordt gezuiverd.  

 

Te verwachten resultaten voor het geheel van de drie pilootgebieden binnen het LIFE NARMENA-project:

      • Een oppervlakte van 34,4 ha met een verbeterde weerstand tegen overstromingen;
      • Een volume van 26.700.000 m³ verbeterde waterkwaliteit;
      • Een toename van 165.000 m³ waterbergingscapaciteit;
      • Een afname in biologische beschikbaarheid van 50% tot 90% van drie- en zeswaardig Chroom in de (water)bodem;
      • Een afname van 50% tot 93% van chroomconcentraties in het oppervlaktewater;
      • Vermindering in CO₂ uitstoot;
      • Verhoogde bescherming en verbetering van de biodiversiteit.